Boete op grond van algemene voorwaarden

dinsdag 22 oktober 2019

Een automobiliste rijdt achter haar voorganger de Q-Park parkeergarage uit zonder gebruik te maken van een geldig kaartje. Dit wordt ook wel ‘treintje rijden’ genoemd. Q-Park legt de automobiliste een fikse boete op. Mag Q-Park dit doen op basis van haar algemene voorwaarden? En zo ja, hoe hoog mag de boete zijn?

Feiten en omstandigheden
Q-Park is een exploitant van parkeergarages. Op 6 februari 2018 rijdt een automobiliste de parkeergarage binnen. Op het moment dat iemand een parkeergarage van Q-Park binnen rijdt en een parkeerticket accepteert (of met een betaalpas of abonnement binnen komt), ontstaat er een parkeerovereenkomst tussen Q-Park en de automobilist.

Op de parkeerovereenkomst zijn de algemene voorwaarden van Q-Park van toepassing. Als er algemene voorwaarden van toepassing zijn, moet dit altijd kenbaar worden gemaakt. Dit staat in artikel 6:233 Burgerlijk Wetboek. Q-Park voldoet hieraan door een informatiebord bij de ingang van de parkeergarage te plaatsen. Daarop staat dat algemene voorwaarden van toepassing zijn en waar de bezoeker deze op kan vragen.

In artikel 5.9 van de algemene voorwaarden van Q-park staat dat een klant de parkeergarage alleen mag verlaten met een geldig parkeerbewijs dat door Q-park is goedgekeurd.

Artikel 6.4 van de algemene voorwaarden verbiedt om zonder te betalen de parkeergarage te verlaten. Bijvoorbeeld door het zogenaamde ‘treintje rijden’, waarbij men direct (bumper klevend) achter zijn voorganger de parkeergarage verlaat. De sanctie die hierop staat is betaling van eenmaal het tarief “verloren kaart” met daar bovenop €300 aan schadevergoeding.

Door middel van camerabeelden constateert Q-park dat parkeerster bumperklevend aan haar voorganger de garage verliet. Het kenteken van de betreffende auto staat op naam van de parkeerster. Q-Park accepteert dit niet en eist dat parkeerster €414,- aan haar betaalt op basis van de algemene voorwaarden. Dit bedrag bestaat uit: €300,- schadevergoeding, €60,- verloren kaart en €54,- aan buitengerechtelijke incassokosten.
Parkeerster stelt hier tegenover dat zij meerdere malen heeft meegemaakt dat de slagboom niet open ging en dat de hulp bij Q-Park slecht bereikbaar is. Het was voor haar belangrijk om die dag tijdig weg te kunnen. Daarom besloot zij om treintje rijdend de parkeergarage te verlaten.

Beoordeling
De kantonrechter oordeelt dat parkeerster in strijd met artikel 6.4 van de algemene voorwaarden van Q-Park handelde door treintje rijdend de parkeergarage te verlaten. Dat de slagboom eerder niet openging, betekent niet dat zij zonder te betalen de parkeergarage mocht verlaten.

Omdat de parkeerster een consument is, onderzoekt de kantonrechter of sprake is van een ‘oneerlijk beding’ in de zin van artikel 3 lid 1 van de Europeesrechtelijke Richtlijn 93/13. Deze richtlijn gaat over oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten. De Hoge Raad oordeelde in het arrest HR 13 september 2013, ECLI:NL:HR:2013:691 dat de rechter dit uit eigen beweging ‘(ambtshalve’) moet onderzoeken.

Een beding is oneerlijk als dit het evenwicht tussen de uit de overeenkomst voortvloeiende rechten en plichten van de partijen in het nadeel van de consument aanzienlijk verstoort. Bijvoorbeeld door een onevenredig hoge schadevergoeding te eisen.

Q-Park voert aan dat het boetebeding is opgenomen omdat Q-Park schade lijdt door het treintje rijden. Zo registreert het systeem van de parkeergarage niet dat de bezette plek is verlaten, waardoor Q-Park inkomsten misloopt. Daarnaast maakt Q-Park ook kosten om de overtreders te achterhalen. Ook kan er schade ontstaan aan apparatuur. Verder kan treintje rijden gevaar opleveren voor de voorganger door het bumperkleven en andere weggebruikers. Q-Park heeft er veel belang bij om parkeerfraude tegen te gaan.

Naar aanleiding van alle feiten en omstandigheden oordeelt de kantonrechter dat de schadevergoeding van €300,- niet onredelijk hoog is in de zin van Richtlijn 93/13 en artikel 6:233 aanhef onder a BW. Parkeerster moet ook de buitengerechtelijke incassokosten ter hoogte van €54,- en het ‘verloren kaart’ tarief van €60,- voldoen.

De parkeerster wordt hiermee volledig in het ongelijk gesteld. Zij komt niet weg met treintje rijden en moet dus het volledige bedrag van €414,- betalen.

Slot
Heeft u naar aanleiding van deze blog vragen over de toepassing van algemene voorwaarden? Neem dan contact op door te bellen naar 06 – 338 24 563. Of stuur een e-mail naar info@groenenboomadvocaat.nl. Wij helpen u graag!

De uitspraak vindt u hier

Deze blog is geschreven door: Angela Stolk en mr. drs. Harry Groenenboom.

Deel dit bericht via