Huurprijsvermindering vanwege corona en online omzet

donderdag 3 november 2022

Auteur: mr. drs. Harry Groenenboom

De overheid verplicht een huurder om de winkel te sluiten vanwege de coronamaatregelen. In de tijd dat de winkel dicht is, neemt de online verkoop toe. Heeft die omstandigheid invloed op de berekening van het omzetverlies?

De feiten

De huurder van een winkelpand verliest omzet als gevolg van verplichte sluiting vanwege coronamaatregelen. Er ontstaat een discussie met de verhuurder over de huurbetaling. Men wordt het niet eens. Uiteindelijk wendt de verhuurder zich tot de kantonrechter te Rotterdam. Hij vordert een bedrag van € 11.953,74 aan achterstallige huur. Een belangrijk argument daarbij is dat de huurder niet zo heel veel last had van de winkelsluiting. Want de online verkopen liepen heel goed.

De huurder komt met een tegeneis, namelijk huurvermindering over de perioden dat de winkel gesloten was op last van de overheid. Daarbij beroept de huurder zich op de uitspraak van de Hoge Raad van 24 december 2021. Daaruit blijkt dat de coronaomstandigheden een onvoorziene situatie zijn in de zin van artikel 6:258 Burgerlijk Wetboek (BW). En dat de huurprijs dus moet worden verminderd. Verder verwijst de huurder naar de conclusie (advies) van procureur-generaal M.H. Wissink bij de uitspraak van de Hoge Raad. Daarin staat dat alleen moet worden gekeken naar de daling van de omzet in het betreffende huurpand zelf, en niet naar de online verkopen.

Oordeel kantonrechter

De kantonrechter oordeelt dat de coronamaatregelen gelden als een onvoorziene omstandigheid in de zin van artikel 6:258 BW. Bij de tijdelijke wijziging van de huurovereenkomst gaat het om het herstel van de fundamentele verstoring van het evenwicht van de overeenkomst.

Wat de kantonrechter betreft mag alleen worden gekeken naar het gehuurde pand zelf. Het maakt dus niet uit dat de huurder in de betreffende periode andere activiteiten had die beter rendeerden. En ook niet, of huurder onderdeel uitmaakt van een concern dat als geheel beter presteerde. Het gaat uitsluitend en alleen om wat aan de orde is in het kader van de huurovereenkomst. Dit zou volgens de kantonrechter anders kunnen zijn wanneer er een verband kan worden aangetoond tussen de teruggelopen omzet in het gehuurde en bijvoorbeeld online verkoop. Maar het enkele feit dat de huurder beschikt over een webwinkel is daarvoor onvoldoende.

De kantonrechter oordeelt dat de huurder recht heeft op teruggave van teveel betaalde huur. Het gaat om een bedrag van € 10.865,60. Een mooi resultaat voor de huurder!

Slot

Heeft u vragen over huurrecht naar aanleiding van deze blog? Neem dan contact met ons op door te bellen naar 0180 – 47 26 75. Of stuur een e-mail naar info@groenenboomadvocaat.nl. Wij zijn u graag van dienst.

De uitspraak vindt u hier

Deel dit bericht via