Inbreuk op persoonlijke levenssfeer niet onrechtmatig

dinsdag 18 augustus 2020

Auteur: mr. drs. Harry Groenenboom

Je wordt in opdracht van je werkgever bespioneerd en gefilmd terwijl je in je eigen tuin bent. Dat is een inbreuk op je persoonlijke levenssfeer. De vraag is of die ook onrechtmatig is. Het hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt in een arrest (uitspraak) van 28 juli 2020 dat dit in die zaak niet het geval is.

De feiten

Hernia
Werkneemster werkt als verzorgende voor de Stichting Zorggroep Groningen. In 2015 loopt zij een hernia op waardoor zij uitvalt wegens ziekte. Werkgever ontvangt signalen dat werkneemster ondanks haar hernia werkzaamheden verricht. Daarom krijg bedrijfsrecherchebureau Hoffman opdracht om onderzoek te doen.

Observatie
Op 9 juni 2016 observeert Hoffman de werkneemster vijf minuten met als doel om de identiteit vast te stellen. Op 10 juni 2016 observeert Hoffman werkneemster van 7.26 uur tot 12:30 uur in haar tuin. Die tuin gebruikt werkneemster voor een deel als voor het publiek toegankelijke theetuin waar zij thee, koffie en gebak verkoopt aan bezoekers. Hoffman observeert wat daar gebeurt vanuit een bij de woning geparkeerde auto. Daarbij maakt Hoffman ook videopnamen. Van de observaties maakt Hoffman een verslag. Het verslag bevat ook enkele ‘snapshots’ van videobeelden.

Ontslag op staande voet
Op 5 augustus krijgt werkneemster ontslag op staande voet. Reden daarvoor is dat zij ondanks eerdere waarschuwingen, een loonsanctie en een deskundigenoordeel opnieuw geen gehoor gaf aan redelijke instructies en opdrachten. Werkneemster vecht het ontslag aan bij de kantonrechter en vervolgens in hoger beroep bij het gerechtshof, maar tevergeefs.

Schending privacy
Vervolgens gaat zij opnieuw naar de kantonrechter. Zij eist € 10.000 schadevergoeding omdat Hoffman haar onrechtmatig behandelde door haar privacy te schenden. De kantonrechter wijst haar vordering af omdat de schade niet vaststaat. De vraag of werkgever haar privacy schond, laat hij in het midden.

Werkneemster gaat in hoger beroep bij het hof Arnhem-Leeuwarden.

Oordeel hof

Recht op bescherming van persoonlijke levenssfeer is niet absoluut.

Werkneemster beroept zich op artikel 17 van het Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten (IVBPR), artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) en artikel 10 van de Grondwet. Het hof stelt voorop dat deze bepalingen niet beogen om absolute bescherming te bieden tegen inbreuken op de persoonlijke levenssfeer. Zij voorzien in de mogelijkheid om het recht op privacy te beperken via wetgeving.

Observatie is inbreuk op persoonlijke levenssfeer

Het hof overweegt verder dat sinds 25 mei 2018 de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) geldt. Voor die tijd gold de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp). De observatie door Hoffman van werkneemster is een verzameling, vastlegging en verwerking van persoonsgegevens zoals bedoeld in de Wbp. Die observatie maakt ook inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van werkneemster. De vraag is nu: is die inbreuk onrechtmatig?

Inbreuk is niet onrechtmatig

Dat blijkt niet het geval te zijn. Daartoe overweegt het hof het volgende.

Hoffman is onder meer gebonden aan de Privacygedragscode sector particuliere onderzoeksbureaus. Op grond van artikel 25 Wbp kunnen organisaties die een gedragscode willen vaststellen het College bescherming persoonsgegevens (de huidige Autoriteit Persoonsgegevens) verzoeken om te verklaren dat die gedragscode in orde is. Dat wil zeggen dat die voldoet aan de wet. De Autoriteit Persoonsgegevens verleende die verklaring. Wanneer Hoffman dus in overeenstemming met de Privacygedragscode onderzoek doet, is geen sprake van een onrechtmatige inbreuk op de privacy.

Opdracht aan Hoffman is gerechtvaardigd

De Privacygedragscode vermeldt dat een particulier onderzoeksbureau een opdracht alleen aanvaardt als de opdracht gerechtvaardigd is op grond van artikel 8 Wbp. Artikel 8 aanhef en sub f van de Wbp bepaalt dat een grondslag voor de verwerking van persoonsgegevens is dat die gegevensverwerking noodzakelijk is voor de behartiging van het gerechtvaardigde belang van de verantwoordelijke. De Privacygedragscode vermeldt vervolgens dat deze verwerkingsgrond van toepassing is op alle soorten van onderzoeken waarvoor een onderzoeksbureau wordt ingeschakeld. Zoals onderzoek in verband met ziekteverzuim. Het onderzoek van Hoffman valt daar dus onder. Dit betekent naar het oordeel van het hof dat geen sprake is van een onderzoek dat naar zijn aard onrechtmatig is.

Proportionaliteit en subsidiariteit

De Privacygedragscode vermeldt ook het een en ander over de wijze waarop observaties dienen plaats te vinden. En geeft daarmee een uitwerking aan de in de jurisprudentie ontwikkelde criteria van proportionaliteit en subsidiariteit. Dit betekent twee dingen. De inbreuk op het recht van privacy staat in het concrete geval in verhouding tot het belang dat daarmee gediend is. En dit belang kan niet op een andere manier worden gediend.

Het hof oordeelt dat Hoffman zich hield aan de Privacygedragscode. Daarbij speelt onder meer mee dat Hoffman werkneemster observeerde in de tuin, waar zij vanaf de openbare weg zichtbaar was. En dat de gemaakte foto’s die in het onderzoeksrapport zijn opgenomen in redelijkheid het onderzoeksbelang dienen. Ook is van belang dat de observatie maar een halve dag duurde.

‘Diep kwetsend’ is niet onrechtmatig

Het hof merkte wel dat werkneemster de observatie als ‘diep kwetsend’ heeft ervaren. Dat kan het hof zich indenken, gelet op het door haar ervaren arbeidsconflict. Maar dat betekent niet dat de handelwijze van Hoffman onrechtmatig was.

Veroordeling in proceskosten

Het hof wijst de vorderingen van werkneemster af en veroordeelt haar in de proceskosten: € 741,00 aan griffierecht en € 2.148,00 aan salaris advocaat, dus € 2.889,00 in totaal.

De les

Een werkgever mag een ‘verdachte’ werknemer laten observeren. Belangrijk is wel dat men hierbij zorgvuldig te werk gaat. Er mag onder meer geen andere, voor werknemer minder belastende, mogelijkheid zijn om de waarheid boven tafel te krijgen.

En wanneer een door observatie ‘betrapte’ werknemer wil procederen over schending van zijn persoonlijke levenssfeer, doet deze er verstandig aan goed na te denken over zijn kansen. Want anders kan hij zomaar veroordeeld worden in bijna drieduizend euro aan proceskosten.

Slot

Wilt u meer weten over dit onderwerp? Bel dan naar 0180 – 47 26 75. Of stuur een e-mail naar info@groenenboomadvocaat.nl Wij helpen u graag!

De uitspraak vindt u hier

Deel dit bericht via