Onduidelijkheid in concurrentiebeding en relatiebeding is risico werkgever

maandag 9 december 2019

Wanneer een werkgever een concurrentiebeding of relatiebeding opstelt, zijn onduidelijkheden daarin voor risico van de werkgever. In het recht noemt men dit het ‘contra preferentem’ beginsel. In een recente uitspraak gaat een werkgever daarop onderuit. Zowel bij de kantonrechter als bij het gerechtshof.

Relevante feiten

Werkgever doet aan ‘fieldmarketing’, wat inhoudt dat zij marketingconcepten creëert en uitvoert. Werknemer trad in 2007 in dienst bij werkgever. Op 1 december 2009 ging werknemer uit dienst en werkte een half jaar bij een ander bedrijf. Op 1 juni 2010 trad werknemer opnieuw in dienst, dit keer in de functie van commercieel manager.

Concurrentie- en relatiebeding

In de arbeidsovereenkomst van werknemer staat een concurrentie- en relatiebeding. De geldigheid daarvan is tot drie jaar na het einde van de arbeidsovereenkomst. Het concurrentiebeding bevat de zinsnede dat het werknemer verboden is ‘een bedrijf te beginnen of te voeren’.

Per 1 december 2014 eindigt de arbeidsovereenkomst door middel van een vaststellingsovereenkomst met wederzijds goedvinden. Partijen spreken af dat de looptijd van het concurrentie- en relatiebeding bekort wordt. De looptijd van het concurrentiebeding eindigt op 1 mei 2015 en het relatiebeding op 1 december 2015. Aan de vaststellingsovereenkomst is een lijst met relaties vastgemaakt, zodat duidelijk is om welke relaties het gaat.

De arbeidsovereenkomst bevat ook een boetebeding. Schending van het concurrentie- en relatiebeding betekent een boete van € 5.000,00 per overtreding, en € 500,00 voor elke dag dat de overtreding in stand blijft.

Oordeel kantonrechter

Werkgever gaat naar de kantonrechter en stelt daar dat werknemer het concurrentie- en relatiebeding overtrad. Voor schending van het concurrentiebeding beroept werkgever zich op een e-mailwisseling van werknemer met het bedrijf Triple Double. Daaruit zou blijken dat werknemer voor 1 mei 2015 een onderneming begon. Dit blijkt volgens werkgever uit de betekenis die het woord ‘beginnen’ volgens de dikke Van Dale heeft.

Met betrekking tot het relatiebeding stelt werkgever dat werknemer het bedrijf Kinetic Zone benaderde voor 1 december 2015. Kinetic staat als relatie vermeld op de lijst met relaties die bij de vaststellingsovereenkomst hoort. Kinetic Zone staat daar echter niet op vermeld.

De kantonrechter wijst de eisen van werkgever om werknemer te veroordelen af. Het gaat volgens de kantonrechter niet om wat Van Dale zegt over de betekenis van het woord ‘beginnen’. Het gaat er om wat partijen daarmee bedoelden. En volgens de kantonrechter bedoelden partijen met ‘het beginnen van een onderneming’: beginnen met het leveren van diensten.

Voor wat betreft het relatiebeding overweegt de kantonrechter dat het bedrijf Kinetic op de relatielijst bij de vaststellingsovereenkomst stond, maar het bedrijf Kinetic Zone niet. Werknemer schond het relatiebeding daarom niet door contact te leggen met Kinetic Zone.

Oordeel hof

Werkgever is het niet eens met het vonnis van de kantonrechter en gaat in hoger beroep bij het hof in ’s-Hertogenbosch.

Bedoeling van partijen is leidend

Het hof stelt voorop dat het gaat om uitleg van het concurrentie- en relatiebeding in samenhang met de vaststellingsovereenkomst. Dit betekent dat het hof de zogenaamde Haviltex-maatstaf moet gebruiken. Het gaat dan om

“wat partijen over en weer hebben verklaard en uit elkaars verklaringen en gedragingen overeenkomstig de zin die zij daaraan in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs mochten toekennen, hebben afgeleid en (…) wat zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. Daarbij spelen alle omstandigheden van het geval een rol. Indien langs deze weg geen duidelijkheid kan worden verkregen omtrent de uitleg van het beding, komen onduidelijkheden op grond van het contra preferentem gezichtspunt voor rekening van de opsteller van het beding, dus van de werkgever.”

Net als de kantonrechter oordeelt het hof dat het niet gaat om de ‘zuiver taalkundige’ betekenis van de woorden die partijen gebruikten. In dit geval van het woord ‘beginnen’ zoals werkgever bepleit. Het hof merkt op dat het dan in elk geval moet gaan om de woorden ‘beginnen van een bedrijf’. Het vrijblijvend en oriënterend mailcontact hebben met een mogelijke toekomstige relatie valt daar volgens het hof niet onder. Daarmee schond werknemer het concurrentiebeding dus niet.

Lijst van relaties

Ook schond werknemer volgens het hof het relatiebeding niet. Daarbij wijst het hof op het feit dat het bedrijf Kinetic pas een contractuele relatie van werkgever werd een half jaar nadat werknemer daar vertrok. En ook op het feit dat het bedrijf Kinetic Zone, waar werknemer contact mee had, niet op de lijst van relaties bij de vaststellingsovereenkomst stond. Volgens het hof is die lijst zo lang, dat werknemer er op mag vertrouwen dat die lijst al de relaties bevat die werknemer niet mag benaderen. Onduidelijkheden komen op grond van het contra preferentem beginsel voor rekening van de werkgever, stelt het hof.

De les

Vanwege het ‘contra preferentem’ beginsel komen onduidelijkheden in een concurrentie- of relatiebeding voor rekening van de opsteller, dus de werkgever. Als een werkgever wil dat ook voorbereidingen voor het beginnen van een bedrijf onder een beding vallen, dient hij er voor te zorgen dat dit ook duidelijk in het beding staat. Anders houdt het geen stand bij de rechter.

Slot

Bent u werkgever of werknemer? En wilt u een concurrentie- of relatiebeding laten opstellen of toetsen? Neem dan contact op door te bellen naar 0180-47 26 75. Of stuur een e-mail naar info@groenenboomadvocaat.nl. Wij helpen u graag!

De uitspraak vindt u hier

Deel dit bericht via