Studiekostenbeding opleiding vrachtwagenchauffeur niet rechtsgeldig

maandag 20 februari 2023

Auteur: mr. drs. Harry Groenenboom

Olympia vordert terugbetaling van ruim zevenduizend euro aan kosten voor de opleiding tot vrachtwagenchauffeur. Terecht?

De feiten

Opleidingsovereenkomst

Olympia sluit op 3 december 2019 een opleidingsovereenkomst met een uitzendkracht. De kosten hebben betrekking op een opleiding voor vrachtwagenchauffeur. De opleidingsovereenkomst vermeldt dat de totale opleidingskosten maximaal € 10.000,00 ex. BTW kunnen bedragen. Hoe langer de werknemer in dienst blijft bij Olympia, hoe lager het bedrag aan opleidingskosten is dat deze hoeft terug te betalen. In stappen van 25% vermindert het terug te betalen bedrag van 100% naar uiteindelijk 0%.

De werknemer rondt de chauffeursopleiding met succes af. Op 19 mei 2021 sluit Olympia een uitzendovereenkomst met de kersverse chauffeur voor een opdracht bij transportbedrijf GCA. De chauffeur verschijnt echter een half uur te laat op het werk voor een ‘meerijdag’, waardoor de opdrachtgever de uitzendovereenkomst beëindigt.

Niet getreurd. Op 8 juni 2021 wordt een nieuwe uitzendovereenkomst aangegaan met een brood- en banketbakkerij. De overeenkomst is voor acht uur per week met een basis uurloon van € 13,33 bruto.

Procedure

Minder dan twee maanden later houdt de chauffeur het voor gezien en zegt hij de uitzendovereenkomst op. Vervolgens eist Olympia de studiekosten terug en spant een procedure aan bij de kantonrechter te Rotterdam. Aangezien de werknemer niet verschijnt, wijst de kantonrechter de vordering van € 7.178,92 bij verstek toe. Tegen dit verstekvonnis komt de werknemer in verzet. De werknemer voert aan dat hij vrachtwagenchauffeur wilde worden bij GCA. Maar hij werd voor de rijopleiding doorverwezen naar Olympia. Het was voor hem ook niet duidelijk welk financieel risico hij nam door de uitzendovereenkomst aan te gaan. Verder staan de in rekening gebrachte opleidingskosten in geen verhouding tot het loon dat de werknemer verdiende.

Oordeel kantonrechter

Opleidingsovereenkomst is rechtsgeldig

De kantonrechter overweegt dat de opleidingsovereenkomst op zichzelf rechtsgeldig is. Die voldoet aan de criteria die de Hoge Raad opstelde in het arrest Muller / Van Opzeeland van 10 juni 1983. De overeenkomst vermeldt hoe lang de werkgever baat heeft van de opleiding van de werknemer. Ook is sprake van een glijdende schaal waarmee de terugbetalingsverplichting wordt afgebouwd.

Opleidingsovereenkomst onvoldoende duidelijk over kosten

De overeenkomst voldoet echter niet aan enkele bijkomende voorwaarden die de Hoge Raad stelt. Eén daarvan is dat de terugbetalingsregeling met de consequenties daarvan duidelijk aan de werknemer gecommuniceerd moet zijn. Slechts vermeldt de overeenkomst dat de kosten maximaal € 10.000,00 kunnen zijn. Verder zijn onderdelen van dit maximale bedrag gespecificeerd, maar is niet duidelijk welke onderdelen daarvan tot de opleiding van de werknemer behoren en welke niet. Volgens de kantonrechter had de werkgever de kosten voor het lespakket van de werknemer in de opleidingsovereenkomst moeten opnemen, en eventuele kosten voor herexamens. Zoals het nu is ingestoken vernam de werknemer pas op 27 september 2021 wat de totale kosten waren.

Ook is van belang dat de opleidingsovereenkomst volledig door Olympia is voorgeschreven en er voor de werknemer niets te kiezen viel als hij chauffeur wilde worden bij GCA. Hij moest zodoende ook akkoord gaan met kosten die konden oplopen tot € 10.000,00, zonder dat er al sprake was van een arbeidsovereenkomst. Hier komt bij dat Olympia vervolgens slechts een uitzendovereenkomst voor 8 uur per week aanbood tegen een salaris van € 13,33 per uur. Aangezien de studieovereenkomst vermeldt dat na 4.160 gewerkte uren de terugbetalingsverplichting vervalt, betekent dit dat pas na bijna acht jaar de vrachtwagenchauffeur van zijn betalingsverplichting verlost zou zijn.

Tip van de kantonrechter voor werkgevers

Wat de kantonrechter betreft had Olympia de gevolgen van het studiekostenbeding duidelijker op papier moeten zetten, bij voorkeur voorzien van rekenvoorbeelden. Olympia stelt dat de werknemer mondeling op een en ander is gewezen, maar dat volstaat niet.

Oordeel kantonrechter

Het is niet verrassend dat de kantonrechter tenslotte de vordering van Olympia afwijst.

Slot

Heeft u naar aanleiding van deze blog vragen over een studiekostenbeding? Neem dan contact op door te bellen naar 0180 – 47 26 75. Of stuur een e-mail naar info@groenenboomadvocaat.nl. Wij zijn u graag van dienst.

De uitspraak vindt u hier

Deel dit bericht via