Auteur: mr. drs. Harry Groenenboom
Een arbeidsovereenkomst eindigt vaak met een vaststellingsovereenkomst of beëindigingsovereenkomst. Wanneer daarover discussie ontstaat, geven de gebruikte woorden daarin de doorslag. Dit blijkt opnieuw uit een uitspraak van het hof Den Bosch van 20 oktober 2020.
De feiten
Werknemer is van 1 maart 2011 tot 1 maart 2012 op basis van een tijdelijke arbeidsovereenkomst in dienst bij de rechtsvoorganger van zijn huidige werkgever.
Op 4 april 2012 treffen partijen een regeling om een geschil over onder meer overuren op te lossen. Men legt de gemaakte afspraken vast in een door beide partijen ondertekende vaststellingsovereenkomst. Artikel 1 daarvan bepaalt dat werknemer van werkgever een vergoeding ontvangt van € 3.420,20 bruto. Werkgever komt die afspraak na en betaalt de vergoeding aan werknemer.
Werknemer gaat naar de kantonrechter. Daar eist hij een verklaring voor recht dat het bedrag dat partijen in 2012 afspraken had moeten worden aangemerkt als loon uit tegenwoordig dienstverband en niet als loon uit vroeger dienstverband. Want hierdoor zijn ten onrechte geen werknemerspremies afgedragen waardoor het op grond van sociale verzekeringswetten niet geldt als SV-loon. Verder eist hij een bedrag van € 50.543,13 bruto aan schadevergoeding.
De kantonrechter stelt werknemer in het ongelijk. Vervolgens gaat werknemer in hoger beroep bij het hof Den Bosch.
Oordeel hof
Haviltex-criterium
Het hof stelt voorop dat de vaststellingsovereenkomst moet worden uitgelegd volgens het zogenaamde Haviltex-criterium. Het gaat dan, kort gezegd, om wat partijen over en weer hebben verklaard en uit elkaars verklaringen en gedragingen mochten begrijpen.
Uitleg vaststellingsovereenkomst
Vervolgens legt het hof de vaststellingsovereenkomst uit.
De considerans van de vaststellingsovereenkomst is dat deel van de overeenkomst waarin staat hoe de overeenkomst is bedoeld. In deze vaststellingsovereenkomst vermeldt de considerans dat partijen een geschil hadden over de vergoeding van overuren. Maar dat betekent nog niet dat de vergoeding in de vaststellingsovereenkomst een vergoeding van overuren betreft. Werkgever wijst er volgens het hof terecht op dat het doel van een vaststellingsovereenkomst op grond van artikel 7:900 Burgerlijk Wetboek is de beëindiging of voorkoming van onzekerheid of geschil. Uit niets blijkt dat met de vergoeding in de overeenkomst een vergoeding van overuren is bedoeld. Dus kan er niet van worden uitgegaan dat dit toch het geval is.
Vaststellingsovereenkomst noemt geen overuren.
Artikel 1 van de vaststellingsovereenkomst vermeldt verder niet dat de vergoeding te maken heeft met gewerkte overuren. De tekst van de overeenkomst biedt dan ook geen steun aan de stelling van werknemer dat de ontslagvergoeding betrekking heeft op overuren.
Werknemer had een advocaat
Verder weegt het hof mee dat de vaststellingsovereenkomst destijds is opgesteld door de advocaat van werknemer. Die had in de vaststellingsovereenkomst kunnen opnemen dat de overeengekomen vergoeding betrekking heeft op overuren. Dat deed hij niet. Dan kan werknemer nu niet gaan beweren dat dit wel de bedoeling was.
Fiscale regelgeving
Ook voor de stelling van werknemer dat voor de kwalificatie van de vergoeding de fiscale regelgeving leidend is, vindt het hof geen steun in de tekst van de vaststellingsovereenkomst. Een door werknemer in het geding gebrachte verklaring van een accountant daarover legt voor het hof daarom geen gewicht in de schaal.
Overgemaakt als ‘ontslagvergoeding’
Van belang is ook dat de werkgever de overeengekomen vergoeding destijds overmaakte met de aanduiding ‘ontslagvergoeding’. Werknemer maakte daar destijds geen bezwaar tegen.
Uitspraak hof
Het hof wijst de vorderingen van werknemer af en veroordeelt hem in de proceskosten van werkgever. Het gaat dan om € 2.020,00 aan griffierecht en € 5.877,00 aan salaris advocaat. Een dure grap dus voor de werknemer, deze procedure.
De les
De les is, dat men bij het vastleggen van afspraken over beëindiging van een arbeidsovereenkomst heel goed moet opletten. Want de gebruikte woorden bepalen later hoe de vaststellingsovereenkomst wordt uitgelegd.
Een andere les is, dat men drie keer moet nadenken voordat men gaat procederen over een bedoeling van een vaststellingsovereenkomst die niet uit de bewoordingen blijkt. Want deze werknemer ging daardoor voor bijna achtduizend euro het schip in, alleen al door de kostenveroordeling. Zijn eigen advocaatkosten komen daar nog bij.
Slot
Heeft u te maken met beëindiging van een arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden? En wilt u zeker weten dat de afspraken goed worden vastgelegd? Neem dan contact op door te bellen naar 0180 – 47 26 75 of 06 – 338 24 563. Of stuur een e-mail naar info@groenenboomadvocaat.nl. Wij helpen u graag!
De uitspraak vindt u hier