Water in de kelder

vrijdag 22 mei 2020

Auteur: mr. drs. Harry Groenenboom

Iemand huurt een bedrijfspand. Het dak lekt en er staat water in de kelder. Heeft hij recht op huurprijsvermindering en schadevergoeding? Over deze vragen deed de kantonrechter van de rechtbank Rotterdam op 10 april uitspraak.

De feiten

Eiser huurt bedrijfsruimte met het doel om dit als appartement met hotelservice, een zogenaamd apparthotel, te gebruiken. Eiser stelt dat sprake is van gebreken. Het dak lekt en er staat water in de kelder. Daarom eist hij onder meer vermindering van de huurprijs met 30% vanaf 1 september 2018. Verder ook schadevergoeding wegens omzetderving en herstel van de gebreken.

Oordeel kantonrechter

De kantonrechter behandelt eerst de vordering tot herstel van de gebreken. Zij oordeelt dat de vordering te algemeen geformuleerd is. Daarom kan zij die niet toewijzen. De verhuurder kan alleen worden veroordeeld om een specifiek omschreven gebrek te verhelpen. Tijdens de zitting verklaart eiser dat het gaat om het water in de kelder dat verwijderd moet worden. De verhuurder zegt daarmee bezig te zijn. De kantonrechter gaat er daarom van uit dat dit probleem wordt opgelost.

Dan besteedt de kantonrechter aandacht aan het toepasselijk recht. Op grond van artikel 7:207 lid 1 Burgerlijk Wetboek (BW) heeft een huurder bij vermindering van het huurgenot door een gebrek recht op vermindering van de huurprijs. Op grond van artikel 7:208 BW heeft de huurder verder ook recht schadevergoeding.

De kantonrechter oordeelt dat geen sprake is van vermindering van huurgenot en schade. Dit blijkt namelijk nergens uit. Want eiser verklaart tijdens de zitting dat al de kamers in het apparthotel steeds zijn verhuurd. De kantonrechter overweegt verder dat eiser de kelders misschien niet kan verhuren, maar dat dit ook niet is afgesproken in de huurovereenkomst.

Aan de vraag of er eigenlijk wel sprake is van gebreken in de zin van artikel 7:204 BW gaat de kantonrechter voorbij. Want omdat er geen sprake is van vermindering van huurgenot of schade, hoeft de kantonrechter het daar verder niet over te hebben.

Omdat eiser in het ongelijk is gesteld, veroordeelt de kantonrechter hem in de kosten van de procedure. De hoogte van de kosten stelt de rechter vast op € 1.442,00.

Slot

Heeft u vragen over de naleving van een huurovereenkomst? Neem dan contact op door te bellen naar 0180-472 675 of 06 – 338 24 563. Of stuur een e-mail naar info@groenenboomadvocaat.nl. Wij helpen u graag!

De uitspraak vindt u hier

Deel dit bericht via