Ernstig verwijtbaar gebruik van dienstauto, toch transitievergoeding

vrijdag 6 november 2020

Ernstig verwijtbaar gebruik van dienstauto, toch transitievergoeding

Auteur: mr. drs. Harry Groenenboom

Werknemer handelt ernstig verwijtbaar door een dienstauto privé te laten gebruiken. Daarom heeft hij geen recht op transitievergoeding. Toch kent de kantonrechter hem een gedeeltelijke transitievergoeding toe. Waarom?

De feiten

Werknemer trad op 3 juli 2006 bij de gemeente Rotterdam in dienst als ambtenaar. Op 1 januari 2020 werd zijn aanstelling als gevolg van de inwerkingtreding van de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren omgezet in een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht. De laatste functie van werknemer is die van senior teamleider van het cluster stadsbeheer.

Binnen de gemeente Rotterdam gelden regels voor het gebruik van bedrijfsauto’s. Die staan in het Personeelshandboek. Daarin staat onder meer dat privégebruik van bedrijfsauto’s niet is toegestaan.

Op 5 september 2019 bespreekt werkgever met werknemer het gebruik van de dienstauto door werknemer. Werkgever maakt een verslag van het gesprek. Daarin staat onder meer dat werknemer zich zeer bewust is van het feit dat hij als teamleider een voorbeeldfunctie heeft.

Op 9 april 2020 laat de gemeente Rotterdam een integriteitsonderzoek uitvoeren. Aanleiding daarvoor is een signaal dat wellicht misbruik wordt gemaakt van een dienstauto. Uitkomst van het onderzoek is dat werknemer aan een vrouwelijke collega toestemming gaf om de dienstauto privé te gebruiken. In de periode december 2019 tot en met mei 2020 is de dienstauto alleen privé gebruikt, zo blijkt.

Werkgever schorst werknemer met ingang van 25 juni 2020 voor de duur van het beraad over de gevolgen van het onderzoek.

Op 3 juli praat de gemeente Rotterdam met werknemer over beëindiging van de arbeidsverhouding. Partijen bereiken geen overeenstemming met elkaar. Vervolgens verzoekt de gemeente aan de kantonrechter te Rotterdam om de arbeidsovereenkomst te ontbinden, primair wegens ernstig verwijtbaar handelen in de zin van artikel 7:669 lid 3 sub e Burgerlijk Wetboek(BW). Reden voor dit verzoek is dat werknemer zijn verplichtingen als goed werknemer en goed ambtenaar schond. Dit deed hij door aan een vrouwelijke collega zijn dienstauto in gebruik te geven. Dit terwijl werknemer wist dat dit in strijd is met de regels.

Oordeel kantonrechter

De kantonrechter oordeelt dat werknemer inderdaad verwijtbaar handelde in de zin van artikel 7:669 lid 3 e BW. Werknemer stelt dat hij niet op de hoogte was van de regels voor bedrijfsauto’s. Maar dat vindt de kantonrechter niet aannemelijk, aangezien werknemer teamleider is.

Maar zelfs als werknemer de regels echt niet kende, had hij moeten begrijpen dat zijn gedrag niet door de beugel kan. De kantonrechter overweegt daarbij dat geen van de andere werknemers structureel een dienstauto mee naar huis neemt. Daar komt bij dat werknemer niet de direct leidinggevende is van de collega aan wie hij de dienstauto uitleende. Werknemer handelde niet integer en in strijd met de Gedragscode voor werknemers van de gemeente Rotterdam. Ook is van belang dat werknemer als senior teamleider een voorbeeldfunctie heeft.

Verder overweegt de kantonrechter dat werknemer niet direct opening van zaken gaf bij het onderzoek naar het gebruik van de dienstauto.

De kantonrechter oordeelt ook dat werknemer niet alleen verwijtbaar, maar ook ernstig verwijtbaar handelde. Werknemer benadeelde de gemeente Rotterdam voor duizenden euro’s en ging ver over de schreef.

Omdat werknemer ernstig verwijtbaar handelde, heeft hij geen recht op een transitievergoeding. Op grond van artikel 7:673 lid 8 BW (het zogenaamde 'luizengaatje') kent de kantonrechter hem toch een gedeeltelijke transitievergoeding toe. In dat wetsartikel staat dat werknemer toch recht heeft op een transitievergoeding als het niet toekennen van een transitievergoeding ‘naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar’ is. En dat is hier volgens de kantonrechter het geval.

Hierbij overweegt de kantonrechter dat werknemer een vlekkeloos dienstverband had van ruim veertien jaar. Verder is van belang dat hij zelf geen financieel voordeel had bij het gebruik, eigenlijk misbruik, van de dienstauto. Ook overweegt de kantonrechter dat de gemeente Rotterdam beter toezicht had moeten houden op het gebruik van de dienstauto’s. Het misbruik van de dienstauto kwam pas na een melding aan het licht. Bij beter toezicht door de gemeente Rotterdam zou dat misbruik al eerder zijn gebleken.

Alles afwegende kent de kantonrechter aan werknemer één derde van de transitievergoeding toe, wat uitkomt op € 9.000,00 bruto. Omdat de kantonrechter een gedeeltelijke transitievergoeding toekent, krijgt werkgever op grond van artikel 7:686a lid 6 BW tot en met 30 oktober 2020 gelegenheid om het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst in te trekken.

De kantonrechter ontbindt de arbeidsovereenkomst met ingang van 1 december 2020.

Slot

Bent u werkgever of werknemer en heeft u te maken met ontslag? Neem dan contact op door te bellen naar 0180 – 47 26 75 of 06 – 338 24 563. Of stuur een e-mail naar info@groenenboomadvocaat.nl. Wij helpen u graag!

De uitspraak vindt u hier

Deel dit bericht via