Hoge Raad maakt einde aan slapend dienstverband

woensdag 20 november 2019

Is een werkgever verplicht om mee te werken aan beëindiging van een zogenaamd ´slapend dienstverband´? Ja, oordeelde de Hoge Raad op 8 november.

Slapend dienstverband
Heel wat arbeidsongeschikte werknemers hebben een zogenaamd ´slapend dienstverband´. Dat is een dienstverband dat de werkgever niet heeft opgezegd, terwijl de werknemer al langer dan twee jaar ziek is. En de werkgever de arbeidsovereenkomst dus mag opzeggen. De belangrijkste reden dat werkgevers dat niet doen, is dat werkgevers dan niet een transitievergoeding hoeven te betalen voor een werknemer die zij eerst al twee jaar hebben doorbetaald.

Onduidelijkheid
Bij de kantonrechter te Roermond diende een zaak over een slapend dienstverband. Er bestond onduidelijkheid over de vraag of een werkgever verplicht is om een slapend dienstverband te beëindigen. Oorzaak daarvan is onder meer dat per 1 april 2020 de Wet compensatie transitievergoeding in werking treedt, waardoor werkgevers de door hen betaalde transitievergoeding terug kunnen krijgen. Meerdere rechters oordeelden daarom dat een werkgever een slapend dienstverband niet in stand mag houden. Meerdere, maar dus niet alle. Om duidelijkheid te krijgen, stelde de kantonrechter aan de Hoge Raad op grond van artikel 392 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering een aantal zogenaamde ‘prejudiciële’ vragen.

Oordeel Hoge Raad
Zo vroeg de kantonrechter of een werkgever op grond van goed werkgeverschap in de zin van artikel 7:611 Burgerlijk Wetboek (BW) verplicht is om in te stemmen met een voorstel van de werknemer om een slapend dienstverband te beëindigen. En of de werkgever daarbij een ontslagvergoeding moet geven ter hoogte van de transitievergoeding.

Het antwoord van de Hoge Raad op bovenstaande vraag komt hierop neer.

De werkgever is verplicht om in te stemmen met een beëindigingsvoorstel van de werknemer. Daarbij moet de werkgever aan de werknemer een vergoeding toekennen ter hoogte van de wettelijke transitievergoeding. Die transitievergoeding hoeft niet hoger te zijn dan het bedrag dat de werkgever aan transitievergoeding zou moeten betalen bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst op de dag na die waarop de werkgever de arbeidsovereenkomst van de werknemer zou kunnen beëindigen.

De Hoge Raad oordeelt verder dat een werkgever niet verplicht is een beëindigingsvoorstel van de werknemer te accepteren, als de werkgever een ‘gerechtvaardigd belang’ heeft om dat niet te doen. Zo’n belang kan bijvoorbeeld zijn dat de werknemer reële re-integratiemogelijkheden heeft. Maar zo'n belang is niet, dat de werknemer bijna de pensioengerechtigde leeftijd bereikt.

Per 1 april 2020 treedt de Wet compensatie transitievergoeding in werking. Volgens de Hoge Raad moet de werkgever tot die datum de transitievergoeding voorfinancieren. Wanneer de werknemer aannemelijk maakt dat dit leidt tot ernstige financiële problemen, kan de rechter beslissen dat de transitievergoeding in termijnen wordt betaald of wordt opgeschort (uitgesteld) tot na 1 april 2020.

Conclusie
Deze uitspraak van de Hoge Raad geeft duidelijkheid voor werkgevers en werknemers die met een slapend dienstverband te maken hebben. De werknemer kan zijn of haar werkgever voorstellen om het dienstverband te beëindigen. En de werkgever is verplicht om daaraan mee te werken. Dat is voortaan het uitgangspunt.

Slot
Bent u werkgever of werknemer en heeft u vragen over een slapend dienstverband? Neem dan contact op door te bellen naar 06 – 338 24 563. Of stuur een e-mail aan info@groenenboomadvocaat.nl. Wij helpen u graag!


De uitspraak van de Hoge Raad vindt u hier

Deel dit bericht via