Billijke vergoeding en de gevolgen van ontslag (2)

dinsdag 19 december 2017

In de vorige blog werd uitgelegd hoe de Hoge Raad op 30 juni 2017 helderheid gaf over de billijke vergoeding. In het zogenaamde New Hairstyle-arrest oordeelde de Hoge Raad dat voor de hoogte van de billijke vergoeding de gevolgen van het ontslag meetellen. Het geval waarover de Hoge Raad oordeelde, betrof een onterecht ontslag op staande voet. De kantonrechter in Enschede sprak zich recent uit over de vraag of het New Hairstyle-arrest ook van toepassing is bij ontbinding van de arbeidsovereenkomst vanwege een ernstig verstoorde arbeidsverhouding. Daarover zegt het New Hairstyle-arrest niets. Daarom interpreteert de kantonrechter het arrest. Hoe doet hij dat?

De feiten en het oordeel
Werkgever, een stichting, dient op grond van artikel 7:671b lid 1a jo. artikel 7:669 lid 3 onderdeel g BW een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst in. Volgens werkgever is sprake van een ernstig verstoorde arbeidsverhouding met werkneemster. Werkneemster is als één van de twee directeuren aan de stichting verbonden sinds 1 januari 2017. Onder andere door een memo van werkneemster waarin zij zich negatief uitlaat over het bestuur raakte de arbeidsverhouding verstoord.

De kantonrechter wijst het verzoek toe. Er is inderdaad sprake van een ernstig en duurzaam verstoorde arbeidsverhouding, zodanig dat in redelijkheid van werkgever niet gevergd kan worden die te laten voortduren.

De vraag is alleen, wat nu de oorzaak is van die verstoorde arbeidsverhouding. Daarover is de kantonrechter heel duidelijk: die ligt bij de werkgever. Die stelde per 1 januari 2017 werkneemster aan als directeur. De stichting werkt nauw samen met de gemeente Enschede. Toen die aangaf van werkneemster als directeur af te willen omdat men één directeur genoeg vond, ging het bestuur daarin mee. Naar het oordeel van de kantonrechter voerde het bestuur toen onvoldoende regie. Ook had het bestuur werkneemster moeten steunen. Onder andere door bij de gemeente te beargumenteren waarom destijds bewust is gekozen voor een tweehoofdige directie. Dat liet het bestuur na, waardoor werkneemster zich in de steek gelaten voelde.

Billijke vergoeding
Werkneemster eist een billijke vergoeding van € 35.000,00 omdat werkgever ernstig verwijtbaar handelde. De kantonrechter is het daarmee eens. Hij overweegt daarbij dat de billijke vergoeding op grond van de wetsgeschiedenis in relatie staat tot het ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever. Het gaat niet om de gevolgen van dat handelen of nalaten van de werkgever. De vergoeding moet bepaald worden op een manier die past bij de uitzonderlijke omstandigheden van het geval. De wetgever wilde nadrukkelijk geen standaard vergoeding.

Handvatten in New Hairstyle-arrest
De kantonrechter overweegt verder dat de rechtspraak niet helder is over de vraag hoe de billijke vergoeding op grond van artikel 7:671 b lid 8c concreet vastgesteld moet worden. En of, en zo ja hoe, rekening gehouden moet worden met de gevolgen. Wel vindt de kantonrechter handvatten in het New Hairstyle-arrest. De Hoge Raad oordeelt daarin op grond van artikel 7:681 lid 1 BW over een onterecht ontslag op staande voet. In het arrest overweegt de Hoge Raad als eerste dat de rechter bij de bepaling van de hoogte van de billijke vergoeding rekening mag houden met de gevolgen van het ontslag. Het stelsel van de WWZ verzet zich niet daartegen. De kantonrechter legt deze overweging van de Hoge Raad uit als een algemeen uitgangspunt dat ook buiten het geval van artikel 7:681 lid 1 BW van toepassing is. Dat de arbeidsovereenkomst van werkneemster wordt ontbonden, is een gevolg van het ernstig verwijtbaar handelen van werkgever. In lijn met het New Hairstyle-arrest onderzoekt de kantonrechter vervolgens de mate van verwijtbaarheid. En de gevolgen die van invloed zijn op de hoogte van de billijke vergoeding.

Mate van verwijtbaarheid
Op een originele manier stelt de kantonrechter de mate van verwijtbaarheid vast. Hij introduceert hij een schaal van 1 tot en met 10, waarbij 1 het minst en 10 het meest ernstig verwijtbaar is. Zodoende waardeert hij de ernstige verwijtbaarheid van het handelen en nalaten van werkgever op een 3.

Relevante omstandigheden
Vervolgens benoemt hij de omstandigheden waarmee hij rekening houdt bij de vaststelling van de hoogte van de billijke vergoeding. Dat zijn de volgende:

  1. werkneemster heeft slechts recht op drie maanden WW;
  2. werkneemster krijgt geen transitievergoeding omdat zij minder dan 24 maanden in dienst was van werkgever;
  3. werkneemster heeft € 15.000,00 inkomensverlies;
  4. voor de mate van verwijtbaarheid en overige uitzonderlijke omstandigheden berekent de kantonrechter € 7.000,00.

Slot
Uit deze uitspraak blijkt dat ook rechters zoekend zijn als het gaat om de hoogte van de billijke vergoeding. Deze rechter vond vanuit het New Hairstyle-arrest een weg naar de billijke vergoeding van artikel 7:671b BW. Daarbij maakte hij ook de mate van verwijtbaarheid inzichtelijk op een schaal van 1 tot en met 10. De tijd zal leren of deze benadering navolging vindt in de rechtspraak.

Heeft u vragen over een billijke vergoeding? Of andere vragen over ontslag? Aarzel dan niet en bel naar 06-338 24 563. Of stuur een e-mail via info@groenenboomadvocaat.nl. Wij helpen u graag!

Deel dit bericht via