Hoe zit het na 1 juli met transitievergoeding, transitiekosten en inzetbaarheidskosten?

dinsdag 26 mei 2015

Inleiding
Op 1 juli 2015 maakt de ontslagvergoeding plaats voor de transitievergoeding. Dit is een gevolg van de (verdere) invoering van de Wet Werk en Zekerheid (WWZ). Van deze transitievergoeding mogen onder bepaalde voorwaarden de zogenaamde transitiekosten en inzetbaarheidskosten worden afgetrokken. Wat zijn dat precies voor kosten, en onder welke voorwaarden is dat mogelijk?

Dat is allemaal te lezen in het “Besluit voorwaarden in mindering brengen kosten op transitievergoeding” van 23 april 2015 dat op 1 juli in werking treedt. Dit besluit maakt onderdeel uit van de lagere regelgeving ontslagrecht die in verband met de WWZ van kracht wordt.

Wat zijn transitiekosten?
Om aan te geven wat transitiekosten zijn, verwijst artikel 1 van het besluit naar artikel 7:673 lid 6a Burgerlijk Wetboek (BW), zoals dat vanaf 1 juli zal gelden. Daar staat dat transitiekosten kosten zijn van maatregelen in verband met het eindigen of niet voortzetten van de arbeidsovereenkomst, die gericht zijn op het voorkomen van werkloosheid of het bekorten van de periode van werkloosheid. Voorbeelden hiervan zijn kosten voor omscholing en outplacement.

Wat zijn inzetbaarheidskosten?
Voor de omschrijving van inzetbaarheidskosten verwijst het besluit naar artikel 7:673 lid 6b BW. Daar blijkt dat Inzetbaarheidskosten kosten zijn die verband houden met het bevorderen van de bredere inzetbaarheid van de werknemer die tijdens of bij het eindigen of niet voortzetten van de arbeidsovereenkomst zijn gemaakt. Je kunt bijvoorbeeld denken aan een werknemer die als timmerman werkzaam is, en in de avonduren een opleiding tot lasser volgt om zijn inzetbaarheid te vergroten.

Vereisten voor aftrek transitiekosten en inzetbaarheidskosten.
Artikel 2 van het besluit regelt wanneer transitie- en inzetbaarheidskosten van de transitievergoeding kunnen worden afgetrokken. Belangrijke vereisten zijn dat de kosten van tevoren, schriftelijk en gespecificeerd aan werknemer zijn meegedeeld. De werknemer dient ook schriftelijk met het in mindering brengen van de transitie- en inzetbaarheidskosten in te stemmen. Dit geldt echter niet als de werkgever met een vertegenwoordiging van werknemers, zoals een ondernemingsraad of een vakbond, afspraken heeft gemaakt. Een ander vereiste is, dat de kosten door de werkgever zijn gemaakt ten behoeve van de betreffende werknemer. Wanneer bijvoorbeeld in een sociaal plan afspraken zijn gemaakt over een outplacementtraject, en de betreffende werknemer daar geen gebruik van maakt, mogen die kosten niet in mindering worden gebracht op de transitievergoeding van de betreffende werknemer. Verder geldt dat de van de transitievergoeding af te trekken kosten in een redelijke verhouding moeten staan tot het doel waarvoor de kosten zijn gemaakt. De kosten voor bijvoorbeeld een MBO-opleiding die werkgever aftrekt, mogen niet veel hoger zijn dan in het algemeen in de maatschappij gebruikelijk is.

Nadere vereisten aftrek inzetbaarheidskosten
Voor inzetbaarheidskosten gelden nog nadere vereisten. Die zijn geregeld in artikel 3 van het besluit. Daarin is bepaald dat inzetbaarheidskosten alleen mogen worden afgetrokken, als de verworven kennis en vaardigheden niet zijn ingezet om een functie binnen de organisatie van werkgever uit te oefenen. Verder moeten de inzetbaarheidskosten in een periode van maximaal vijf jaar voorafgaand aan de dag waarop recht ontstaat op een transitievergoeding, zijn gemaakt.

Leer-werktrajecten.
Artikel 4 van het besluit bevat tenslotte nog een bijzondere regeling met het oog op leer-werktrajecten. De kosten daarvoor kunnen alleen van de transitievergoeding worden afgetrokken, als de werknemer na voltooiing van de opleiding de arbeidsovereenkomst niet voortzet. Hierbij geldt echter niet de eis dat de werknemer van tevoren schriftelijk instemt met aftrek van deze kosten. De reden hiervoor is, dat de werknemer een dergelijke arbeidsovereenkomst juist aangaat omdat hij een bepaalde opleiding wil volgen.

Aandachtspunten voor de praktijk.
Werkgevers moeten goed opletten welke kosten zij eventueel kunnen aftrekken van de transitievergoeding. Ook moeten zij er voor zorgen dat zij hiervoor van tevoren schriftelijke instemming hebben van de betreffende werknemers. En werknemers moeten in het oog houden dat alleen transitie- en inzetbaarheidskosten waarvan zij persoonlijk profijt hebben gehad, aftrekbaar zijn.

Tenslotte.
Wil je naar aanleiding van dit blog meer weten, of heb je andere vragen over arbeidsrecht? Neem dan meteen contact op, en bel naar 06-338 24 563. Of stuur een e-mail naar info@groenenboomadvocaat.nl. Wij helpen je graag!

Deel dit bericht via